Scroll Top

Wet & regelgeving blusmiddelen

Voor het onderhoud en de controle van uw brandblusmiddelen, noodverlichting, brandmeldinstallaties en BHV/AED materialen, is een groot aantal richtlijnen opgezet waar u zich als ondernemer aan dient te houden. U heeft te maken met eisen uit Bouwbesluit 2012, Arbo-wetgeving en met de eisen van uw verzekeraars. Fire Control ontzorgt u hierin graag. Onze medewerkers werken altijd volgens de laatste normen en wet- en regelgeving en zijn u graag van dienst met goed advies.

Bij de verschillende diensten behoren ook diverse verschillende wetten en regels. Bijgaand een overzicht met de wet- en regelgeving welke wij o.a. hanteren voor onze diensten:

In de projecteringsnorm NEN 4001 staan eenduidige richtlijnen voor het bepalen van het aantal, het type en de locaties van blusmiddelen. Sinds deze norm, is er een einde gekomen aan de vele tegenstrijdige adviezen die instanties, ieder vanuit hun eigen oogpunt, vaak afgaven.
Fire Control toets uw (brand)veiligheid aan de NEN 4001 en adviseert u hierin. U kunt ook afspraak maken met onze deskundigen om een volledige projectering volgens de NEN 4001 te laten opstellen..

Belangrijke aandachtspunten van de NEN 4001 zijn:

  • Gebouwen worden ingedeeld in zones op basis van activiteiten, brandrisico en toegankelijkheid.
  • Per zone wordt een adequate basisbeveiliging bepaald.
  • Daarnaast wordt bij specifieke brandrisico’s (serverruimte, lascabine, elektrische schakelkast, opslag brandbare stoffen, etc.) aanvullende beveiliging aangebracht.
  • Blustoestellen met CO2 worden voortaan als aanvullende beveiliging of bij kleine B-klasse brandrisico’s ingezet.
  • De locaties van blusmiddelen worden duidelijk gemarkeerd door pictogrammen.

De Nederlandse norm NEN 2559 geeft algemene voorschriften voor controle door de gebruiker van blustoestellen en voor het onderhoud en revisie van blustoestellen, uitgevoerd door degene die het onderhoud verricht.

Regelmatige controle door de gebruiker

De eigenaar/gebruiker dient alle draagbare toestellen regelmatig te inspecteren op zichtbare kenmerken zoals aanwezigheid, toegankelijkheid, gebruiksklaar, onbeschadigd, juiste gebruiksaanwijzing, etc.

Jaarlijks onderhoud door een deskundig persoon*

Het draagbare blustoestel dient jaarlijks te worden gecontroleerd door een deskundig persoon.
Een draagbaar blustoestel dient duidelijk gemarkeerd te worden met een pictogram.

Vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud door een deskundig persoon*

In het 5e en 15e jaar na de productiedatum dient het blustoestel onderworpen te worden aan een meer uitgebreide controle. Ook worden waar nodig de vullingen vernieuwd.

Revisie na 10 jaar door een deskundig persoon

In het 10e jaar na de productiedatum dient het blustoestel volledig gedemonteerd, geledigd en opnieuw gevuld. Cilinders van CO2 blussers en patronen worden op druk beproefd, de rompen van andere typen blustoestellen worden  – indien nodig – beproefd op druk. Slang en pistool moeten eveneens beproefd worden.

* Dit is REOB geschoolde technische monteur en werkzaam bij een REOB gecertificeerd bedrijf.

De Europese norm NEN-EN 671-3 geeft aanbevelingen voor de inspectie en het onderhoud van brandslanghaspels, waardoor de werking van het product in overeenstemming blijft met het doel waarvoor ze zijn geproduceerd, geleverd of geïnstalleerd; dat wil zeggen, bedoeld als eerste interventiemiddel bij het blussen van een brand totdat er krachtiger blusacties door de brandweer worden ingezet.

Periodieke inspecties door de gebruiker

De gebruiker behoort regelmatig te controleren of de brandslanghaspel zich in een goede staat bevindt.

Registratie van de brandslanghaspels

Om te kunnen controleren of de brandslanghaspels voldoen aan de productspecificaties en installatievoorschriften van de producent, behoort de gebruiker over de documenten beschikken, waaruit de precieze locatie van de brandslanghaspels kan worden afgeleid en waarmee inzage wordt verkregen in de technische gegevens over de blusvoorzieningen.

Jaarlijkse inspectie en onderhoud

De belangrijkste elementen in deze onderhoudsnorm zijn:

  1. Jaarlijkse controle door een deskundig persoon*.
  2. Om de 5 jaar beproeven van de slangen op de maximale werkdruk (10-12 bar), afhankelijk van de productienorm.
  3. Het duidelijk markeren van de haspel met een pictogram.
  4. Het vaststellen dat de doorstroom en statische druk in de waterleiding stabiel en voldoende is om een juiste werking van de brandslanghaspel als blusmiddel te kunnen garanderen.

* Dit is REOB geschoolde technische monteur en werkzaam bij een REOB gecertificeerd bedrijf.

De Nederlandse norm NEN 1594 geeft richtlijnen voor de inspectie en het onderhoud van droge blusleidingen.

Jaarlijks onderhoud

Droge blusleidingen dienen jaarlijks te worden onderhouden en geïnspecteerd.

  1. De visuele inspectie van alle onderdelen, inclusief de aansluitkast.
  2. Inspectie voedings- en brandslangaansluitingen.
  3. Conditioneren van rubber afdichtingen.
  4. Inspecteren en conditioneren van de spindels.

Vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud

Ten minste eens per vijf jaar dient uitgebreid onderhoud plaats te vinden, waarbij de droge blusleidingen hydrostatisch worden beproefd op sterkte en lekdichtheid.

  1. Jaarlijks onderhoud.
  2. Controleren of het ontluchtingsventiel goed functioneert.
  3. Het beproeven van de blusleidingen.
  4. Het leeg maken, indien nodig drogen en afsluiten van de leiding.
  5. Mochten er tijdens het vullen lekkages optreden, worden deze indien mogelijk direct gerepareerd. Is dit niet mogelijk dan wordt er een reparatie voorstel gedaan.

Onderhoudsrapport

Na het onderhoud worden alle bevindingen vastgelegd in een onderhoudsrapport.
Ook wordt de droge blusleiding voorzien van een onderhoudsetiket.

De norm NEN 2659 geeft algemene voorschriften voor controle door de gebruiker van verrijdbare blustoestellen en voor het onderhoud en de revisie van verrijdbare blustoestellen, uitgevoerd door degene die het onderhoud verricht, een deskundig persoon in dienst van een erkend onderhoudsbedrijf of erkende onderhoudsorganisatie.

Routinecontrole door de gebruiker

Alle verrijdbare blustoestellen moeten ten minste eenmaal per kwartaal, en bij voorkeur eenmaal per maand, worden onderworpen aan een routinecontrole door de gebruiker of een vertegenwoordiger van de gebruiker op zichtbare kenmerken zoals aanwezigheid, toegankelijkheid, gebruiksklaar, onbeschadigd, juiste gebruiksaanwijzing, etc.

Jaarlijks onderhoud

Onderhoud aan verrijdbare blustoestellen dient jaarlijks te worden uitgevoerd door een deskundig persoon*.
Het onderhoud moet echter vaker worden uitgevoerd dan eens per jaar indien de omstandigheden of gevaren dit vereisen.

Vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud

In het 5e en 15e jaar na de productiedatum dienen verrijdbare natblustoestellen onderworpen te worden aan een meer uitgebreide controle. Ook worden waar nodig de vullingen vernieuwd.

Revisie na 10 jaar

In het 10e jaar na de productiedatum dient het verrijdbare blustoestel volledig gedemonteerd, geledigd en opnieuw gevuld te worden in een revisiewerkplaats.
Co2-cilinders en/of drijfgascilinders worden op druk beproefd. Slang en pistool moeten eveneens beproefd worden. Zo nodig worden beschadigde onderdelen vervangen.

* Dit is REOB geschoolde technische monteur en werkzaam bij een REOB gecertificeerd bedrijf.